Samenvatting H 1

 

Samenvatting

 

Er zijn twee betekenissen van het woord boekhouding:

1. de verzameling financiële gegevens die het bedrijf nodig heeft om te kunnen functioneren;

2. de afdeling die al die financiële gegevens verwerkt.Er zijn twee betekenissen van het woord :

 

Er zijn twee betekenissen van het woord inventaris:

1. een lijst van alle bezittingen en schulden van de onderneming op één bepaald moment;

2. het geheel aan hulpmiddelen in een onderneming.

 

Het verschil tussen de bezittingen en de schulden is het eigen vermogen.

Bezit – schuld = eigen vermogen.

 

De balans is een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen op één bepaald moment.

 

De debetzijde van de balans laat zien wat de ondernemer met zijn geld heeft gedaan. Op de debetzijde van de balans staan alle activa. De activa worden verdeeld in:

– vaste activa; dit zijn de bezittingen die langer meegaan dan 1 jaar.

Voorbeelden: gebouw, inventaris, machine, computer en auto;

– vlottende activa; dit zijn de bezittingen die binnen 1 jaar kunnen worden omgezet in geld en de bezittingen die al in geldvorm aanwezig zijn.

Voorbeelden: voorraad goederen, debiteuren en kas.

 

Op de creditzijde van de balans staan de passiva. De creditzijde van de balans laat zien hoe de ondernemer aan zijn geld komt: deels van zichzelf (het eigen vermogen) en deels geleend (de schulden). De passiva worden verdeeld in:

– eigen vermogen;

– lang vreemd vermogen; dit zijn de schulden die je niet binnen 1 jaar hoeft terug te betalen. Voorbeelden: hypotheek en geldlening;

– kort vreemd vermogen; dit zijn de schulden die je binnen 1 jaar moet terug betalen. Voorbeelden: crediteuren en bank.

 

Op een liquiditeitsbalans is de debetzijde ingedeeld in vaste en vlottende activa. De creditzijde is ingedeeld in eigen vermogen, schulden op lange termijn en schulden op korte termijn.